Z7_I084H8S0M8OF10Q5D0EFBC1060
Forum

Eerst splitsen daarna BOF schenken?

In MFAS dga-629 is het volgende opgenomen:

Het is mogelijk om in het zicht van verdeling van de huwelijksgemeenschap een bv juridisch te splitsen in een bv met een materiële onderneming en een met beleggingsvermogen, MvF 9 maart 2018, nr. 2018-27139, onderdeel 5.1.1. Zo kan via art. 4.17 IB worden voorkomen dat de niet voortzettende echtgenote toch een aandeel in de bv met onderneming krijgt doordat zij bij de verdeling de aandelen in de beleggings-bv krijgt toegedeeld.

Kan deze goedkeuring ook worden gebruikt in de volgende situatie?

Man en vrouw zijn in gemeenschap van goederen gehuwd en hebben een ondernemende zoon die het bedrijf wil voortzetten. In de gemeenschap zit 100% van de aandelen BVX. In BVX zit 3000 beleggingsvermogen en 7000 ondernemingsvermogen. De bedoeling is dat de aandelen BVX (met daarin alleen) de onderneming aan de zoon worden geschonken. De 3000 beleggingen worden afgesplitst naar een nieuwe BV waarvan moeder eigenaar wordt. Man en vrouw willen niet scheiden maar wel hun huwelijkse goederengemeenschap splitsen. Kan op deze manier fiscaal geruisloos de onderneming bij de zoon terechtkomen en de aandelen bij de moeder? Ik laat de onderbedelingsproblematiek hier even voor wat deze is. Het gaat mij er in eerste instantie alleen om of we heffing van box 2 kunnen vermijden bij het afsplitsen zonder dat de man en vrouw ook daadwerkelijk de intentie hebben te gaan scheiden. Volgens mij past dit ook in de goedkeuring van 9 maart.
Beantwoorden
  • Ik vraag het me af

    Heb je hiervoor wel het besluit van 9 maart 2018 nodig? Mij staat bij dat wanneer je de beleggingen wilt afsplitsen met de bedoeling om de onderneming daarna te schenken aan de kinderen het ook goed moet gaan. In dat geval hoeft de gemeenschap van goederen ook niet eerst te worden opgeheven en kun je eerst twee BV's creëren eentje met de onderneming en eentje met de beleggingen. Kijk het nog eens na in de vakstudie.
    Beantwoorden
  • toezegging Staatssecretaris

    De afsplitsing van beleggingsvermogen gaat goed. Daarvoor heb je de regeling in het aanmerkelijk belang voor juridische splitsing. Stel je doet dit met het oog op overdracht van de aandelen (aan een derde), dan is sprake van een misbruiksituatie, althans oneigenlijk gebruik van de faciliteit. Voor schenkingssituaties heeft de Staatssecretaris destijds goedgekeurd dat de geen misbruik wordt aangenomen. Dat aspect in de casus zou dus goed moeten gaan. Ik deel de twijfel van Lisette omtrent de toepasselijkheid van de toezegging van 9 maart 2018. Ik zou het overigens wel kinderachtig van een inspecteur vinden om hier moeilijk over te doen, omdat de casus superdicht aan ligt tegen die waarop voormelde toezegging ziet.
    Ik zie wel een oplossing. Als je eerst juridisch splitst en vervolgens de huwelijksgemeenschap opheft, kun je een beroep doen op art. 4.17 IB.
    Beantwoorden
Complementary Content
${loading}