Z7_I084H8S0M8OF10Q5D0EFBC1060
Forum

Fiscaal partnerschap bij wonen in leefgemeenschap

Graag jullie aandacht voor deze interessante case.

Henk en Roos wonen met meerdere bewoners in een oud ziekenhuisgebouw;
Het kan bestempeld worden als een leefgemeenschap;
Het hele pand kent één adres, de Nieuwstraat 1;
Henk huurt een aparte kamer/unit op verdieping 2, kamer 5;
Roos huurt een aparte kamer/unit op verdieping  3, kamer 7;
Henk gebruikt de gemeenschappelijke faciliteiten (sanitair, keuken, etc.) van zijn verdieping 2;
Roos gebruikt de gemeenschappelijke faciliteiten van haar verdieping 3;
Er worden in beginsel geen kosten, lasten, inkomens gedeeld;
Henk en Roos hebben samen een dochtertje, die in beginsel bij Roos verblijft;
Henk heeft ook een bedje voor hun dochter op zijn kamer staan;
Henk en Roos leven, eten en slapen niet altijd samen;
De enige kosten/lasten die gedeeld worden, zijn de kosten die gemaakt worden voor hun gezamenlijke dochtertje.
De vraag is nu:
is hier nu wel of geen sprake van fiscaal partnerschap voor de inkomstenbelasting en de toeslagen?

Strikt formeel gezien:
Ja, want zelfde adres BRP/GBA én samen een kind.

Echter, deze samenleefvorm lijkt bij verre niet op de gebruikelijke samenwoonvormen waarvoor fiscaal partnerschap geldt. Bovendien zijn de gedragingen van Henk en Roos er ook niet naar.

Graag hoor ik jullie mening.

Hartelijk dank!
Beantwoorden
  • Toch wel partner

    Ik zie geen reden om hier geen fiscaal partnerschap aan te nemen.
    Er wordt aan de formele voorwaarden voldaan.
    Ik lees nergens dat je het begrip partner meer materieel mag interpreteren.

    De fiscus heeft uit gemak bij de handhaving een aantal ficties opgesteld die niet altijd goed uitpakken.
    Zoals bijvoorbeeld het forafaitair rendement in box 3 of WOZ waarde.
    Anders zouden er veel te discussies komen. En dat wil de fiscus niet.
    Gemak dient de fiscus en dat is niet altijd in het belang van de “klant”
    Beantwoorden
  • Zie artikel 1.2, derde lid IB

    Een belpl kan slechts één partner hebben. Om te bepalen met wie het
    partnerschap in casu bestaat, volg je het rijtje van art. 1.2, eerste lid IB.
    Conclusie: er is fiscaal partnerschap tussen beide ouders.
    Beantwoorden
Complementary Content
${loading}