MFAS Actueel

Accountant berispt omdat hij periodieke verrekening niet had uitgevoerd

laatst gewijzigd: 04-03-2020 14:22

Een cliënt van een accountant (AA) heeft een tuchtklacht ingediend. https://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI_NL_TACAKN_2019_76. De accountant is onderworpen aan het tuchtrecht van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). Klager heeft in 1995 huwelijkse voorwaarden gemaakt, waarin het volgende beding voor het jaarlijks verrekenen van het overgespaarde inkomen is opgenomen:

“De echtgenoten verplichten zich over elk kalenderjaar hetgeen van hun netto-inkomen uit arbeid in de zin van artikel 5, onder aftrek van hetgeen daarvan is besteed voor de gemeenschappelijke huishouding, overblijft onderling te verrekenen in die zin, dat de ene echtgenoot een vordering krijgt op de andere echtgenoot ten bedrage van de helft van het aan diens zijde overblijvende als hiervoor bedoeld. Indien de echtgenoten over en weer een vordering op elkaar krijgen worden de vorderingen door een desbetreffende verklaring verrekend tot het bedrag van de kleinste vordering. Indien aan een echtgenoot langs andere weg iets ten goede komt of is gekomen van het overblijvende van de netto-inkomsten uit arbeid van de andere echtgenoot, wordt zijn vordering dienovereenkomstig verminderd.”

De verrekening moet in het jaar volgend op het verrekenjaar plaatsvinden. Voor de daaruit voort te vloeien vordering geldt een verjaringstermijn van vijf jaar.

Klager is fysio- en manueel therapeut. Hij heeft tot 23 maart 2006 zijn praktijk als eenmanszaak gedreven en deze daarna omgezet in een besloten vennootschap.

Het conflict is ontstaan als gevolg van klagers echtscheiding die in 2015 in gang is gezet. De accountant heeft de periodieke verrekening niet jaarlijks uitgevoerd, maar dit steeds voor meerdere jaren ineens gedaan. Omdat niet jaarlijks is verrekend, loopt hij blijkbaar tegen finale verrekening aan ex art. 1:141, lid 3 BW (zie de tuchtrechtuitspraak, onderdeel 2.6). Kennelijk pakt deze voor hem ongunstig uit. Vermoedelijk omdat de waarde van zijn aandelen in de bv in de verrekening moet worden betrokken. Over de beweerde nalatigheid van de accountant loopt een civiele procedure. Wij veronderstellen dat de tuchtklacht dient ter ondersteuning daarvan.

Beklaagde verricht sinds 2006 werkzaamheden voor klager. De opdrachtbevestiging geldt voor het voeren van de financiële administratie en het samenstellen van financiële informatie. Deze werkzaamheden omvatten:

  • de jaarrekening van de onderneming;
  • de aangiften inkomstenbelasting van de klager en zijn echtgenote;
  • een opstelling van de vermogens van de echtelieden op grond van aangegane huwelijkse voorwaarden.

Beklaagde verricht sinds 2006 werkzaamheden voor klager. De opdrachtbevestiging geldt voor het voeren van de financiële administratie en het samenstellen van financiële informatie. Deze werkzaamheden omvatten:

  • de jaarrekening van de onderneming;
  • de aangiften inkomstenbelasting van de klager en zijn echtgenote;
  • een opstelling van de vermogens van de echtelieden op grond van aangegane huwelijksvoorwaarden.

De rechtsbijstandsverzekeraar van klager heeft het accountantskantoor aansprakelijk gesteld voor de schade die klager stelt te hebben geleden als gevolg van het niet jaarlijks opstellen van een verrekening. Aan de klacht liggen de volgende verwijten ten grondslag:

  1. het accountantskantoor en de accountant hebben de op hen rustende zorgplicht niet nageleefd door de huwelijkse voorwaarden niet tijdig uit te werken;
  2. de accountant had de gevolgen van het niet naleven van de huwelijkse voorwaarden moeten bespreken;
  3. de door de accountant opgestelde uitwerking bevat fouten.

De tuchtrechter overweegt dat de verplichting tot verrekening op de echtelieden rust (en niet op de accountant). De accountant had echter in het kader van zijn zorgplicht wel de gevolgen van het niet-verrekenen met zijn cliënt moeten bespreken. De beweerde fout in de uitwerking betreft het ten onrechte als inkomen uit arbeid meenemen van uit de bv ontvangen dividenden. Omdat werd aangesloten bij het inkomensbegrip van de Wet IB 1964, had hij dit niet goed gedaan. Een als getuige deskundige ten tonele gevoerde fiscaal-jurist had dit verklaard. Deze 'fout' vinden wij niet onbegrijpelijk. Het meenemen van de dividenden zou heel goed kunnen sporen met doel en strekking van de huwelijkse voorwaarden. De periodieke verrekening van huwelijkse voorwaarden dient nu eenmaal een ander doel dan een belastingwet.

De Accountantskamer berispt de accountant.

Stel nu dat de klager door de civiele rechter in het gelijk wordt gesteld en tot schadevergoeding wordt veroordeeld. Om de schade vast te stellen moet volgens ons dan een vergelijking worden gemaakt tussen een finale verrekening en jaarlijkse verrekening. Dat zal een complexe, arbitraire en tijdrovende rekenexercitie worden. Dat een juiste verrekening van huwelijkse voorwaarden complex is, blijkt wel uit de vraagstukken hierover van onze cursus Administreren huwelijkse voorwaarden en estate planning. Er plegen daarbij tal van vragen te rijzen, waarop lang niet altijd een eenduidig antwoord kan worden gegeven.

In de praktijk worden verrekenbedingen vaker niet dan wel uitgevoerd. Maar als je als accountant dit als opdracht hebt aangenomen, moet je ofwel die klus klaren ofwel de opdracht (op dat punt) teruggeven ofwel niet aanvaarden. Wij hebben trouwens de indruk dat adviseurs nu vaker dan vroeger de periodieke verrekening aankaarten bij hun cliënten en daar uitvoering aan geven. Soms is het achterwege blijven daarvan een ordinaire centenkwestie; de cliënt wil niet voor die werkzaamheden betalen. Wij hem er in zo'n geval op dat hij of zij bij echtscheiding in het ergste geval 50/50 moeten verrekenen.

MFAS-gebruikers kunnen met behulp van 03-12 rekenmodel periodieke verrekening een (achterstallige) verrekening van huwelijkse voorwaarden maken. Voor de periodieke verrekening kan men twee wegen bewandelen:

  1. 1. Stel vast wat ieder van de partners heeft verdiend en wat ieder van hen aan de huishouding heeft bijgedragen.
  2. 2. Stel vast wat ieder van de partners aan vermogensaanwas heeft genoten en verreken het verschil.

Methode 2 is ons inziens praktischer. Wel moet daarbij worden beoordeeld in hoeverre de vermogensaanwas is voortgevloeid uit in de huwelijkse voorwaarden benoemde inkomensbronnen.

Tot slot wijzen wij u op onze modelovereenkomst 03-10 vaststellingsovereenkomst achterstallige verrekening huwelijkse voorwaarden.

Complementary Content
${loading}