MFAS Actueel

Belastingfraude als business model

laatst gewijzigd: 07-06-2021 21:17

Iedereen mag zich in Nederland belastingadviseur noemen. Dat geldt ook voor personen zonder relevante opleiding, die van fraude een business model maken. Heel simpel! Je spiegelt cliënten een belastingbesparing voor door in de aangifte IB verzonnen aftrekposten op te voeren. Behalve IB-besparing levert het extra toeslagen op. Zo kan een aftrekpost van €1.000 makkelijk een voordeel van €500 opleveren. Als je voor de dienstverlening de helft van die €500 rekent, heb je bij 1000 cliënten een riant inkomen. Er zijn mensen zat die alles voor zoete koek slikken wat een adviseur met een stropdas een dikke auto hen voorspiegelt. Die adviseurs speculeren erop dat de Belastingdienst al die aangiften voor het overgrote deel zal afstempelen. Zeg maar, pakkansadvisering. Dit moest echter wel opvallen als gevolg van de enorme schaal waarin dit plaatsvond. De Belastingdienst traceerde de IP-adressen van waaruit de foute aangiften waren verzonden en stelde een onderzoek in. Zo ook in de onderstaande zaak, waar het ging om een aangifte IB 2014, die bij Hof Amsterdam terecht kwam.

De aangiften waren ingediend door Werkkollektief Hoorn. In één van die aangiften ging het om een belastingplichtige met een aangegeven belastbaar inkomen van €30.943, waarin aftrek was geclaimd van € 415 voor scholingsuitgaven en € 1.192 ter zake van specifieke zorgkosten. De inspecteur vroeg naar een onderbouwing, waarop de gemachtigde een aantal bewijsstukken opstuurde. Deze overtuigden de inspecteur niet en hij legde met dagtekening 11 november 2017 een navorderingsaanslag op naar een belastbaar inkomen van € 32.550.

Bij de rechtbank toverde de gemachtigde een konijn uit zijn hoge hoed, te weten een factuur voor een gehoorapparaat met als datum 13 november 2014 en met daarop een nog te betalen bedrag van €3.353,30. Hij claimde ter zake alsnog aftrek voor specifieke zorgkosten. Zoveel kosten die dingen. Blijkbaar werden de kosten niet door de verzekeraar vergoed. Dat had er misschien ook mee te maken dat het een tweede apparaat betrof. Goed horen is belangrijk; je kan dan ook maar beter een reserve hebben. Toch wel een flinke uitgaaf: 10% van het jaarinkomen, meer dan een bruto maandsalaris en zeker meer dan een netto maandsalaris. De gemachtigde beweerde dat belanghebbende niet beschikte over een betalingsbewijs. Hij zou contant hebben betaald. Belanghebbende zou het bedrag van zijn vader hebben geleend. Daartoe overhandigde hij de volgende door de vader afgelegde schriftelijke verklaring:
“Met deze verklaring verklaar ik dat ik [naam 3] de € 3000 leen voor de aanschaf van nieuwe gehoorapparaten. Hij betaald me in kleine termijnen terug of doet kleine klusjes rondom het huis in overleg.”

Die d/t-fout maakt de verklaring wel zo authentiek. Of zou die fout door de adviseur zijn gemaakt? Hoe het ook zij, de rechtbank achtte het niet geloofwaardig. Zo ook het hof. Bij het hof ging het tot slot nog over de vergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn en de proceskostenvergoeding. Gelet op het feit dat het bezwaarschrift op 12 december 2017 door verweerder is ontvangen, is de termijn op die datum aangevangen. Tot de uitspraak van de rechtbank is een periode van afgerond 34 maanden verstreken. Dat is te lang. Belanghebbende heeft recht op een vergoeding van €1.000. Dit betekent dat hij ook recht heeft op een proceskostenvergoeding van €525.

Eind goed, al goed voor belanghebbende. Met de totale vergoeding van €1.525 krijgt hij zelfs meer dan hij bij niet-ontdekking van zijn frauduleuze aangifte had gekregen. Hoeveel van dit bedrag de gemachtigde in zijn zak steekt, is niet bekend. Waarschijnlijk het grootste deel.

Het getuigt ons inziens van een enorm dedain voor de rechtsstaat om op grote schaal voor cliënten aangiften met verzonnen aftrekposten in te dienen en dan daar ook nog in twee instanties over te gaan procederen. Gezien de vergoeding die hiervoor wordt toegekend, kan worden gesteld dat de rechtsstaat ook dedain voor zichzelf heeft.

Bron: Hof Amsterdam 29 april 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:1392.

Complementary Content
${loading}