Z7_99H0H382L8SK30AHD5QAMV1G61
MFAS Actueel

Ereschuld geeft geen verlaging van erfbelasting

laatst gewijzigd: 06-02-2020 14:27

Bets Harmsen was geboren in 1939 en het schoolvoorbeeld van een oude vrijster. Deze term is in onbruik geraakt en kan je op het verkeerde been zetten. Het is namelijk zo dat een oude vrijster juist niet vrijt. Genoeg daarover. Bets woonde tot haar 29ste bij haar ouders. Tot haar pensioen werkte zij op de administratie van een scholengemeenschap. In 1980 kocht zij voor 80.000 gulden een woning, waar zij tot haar overlijden in januari 2019 in is blijven wonen.

Bets had weinig sociale contacten. In de kerk kwam zij al jaren niet meer en de kerk ook niet meer bij haar. Contact had zij nog wel met haar broer Koos, die regelmatig langskwam. Haar broer Peter liet zich minder vaak zien. Koos deed haar tuin en hielp haar met haar financiële zaken, waaronder de jaarlijks aangifte inkomstenbelasting.

Bij haar overlijden vertoonden haar bankrekeningen een saldo van €112.401. De woning was hypotheekvrij en had een waarde van €259.000. Na aftrek van de kosten van de begrafenis resteerde €362.906. Bets had geen testament gemaakt. Wettelijk erfgenaam waren de twee broers. Ieder had recht op €181.453. Hierover was per persoon €59.239 aan erfbelasting verschuldigd. Koos was dit dankzij een financiële helpdesk te weten gekomen. Die had geadviseerd om €2.173 te doen toekomen aan elk van de 5 kinderen van Koos en elk van de 3 kinderen van Peter. Dit was namelijk het bedrag van de erfbelastingvrijstelling. Dat zou €6.953 aan erfbelasting schelen.

Koos vond het een prima advies. In december 2019 maakte hij de aangifte erfbelasting. De 8 x €2.173 voerde hij als schulden op. Eind januari 2020 kreeg hij hierover een vragenbrief van de inspectie. Koos draaide er niet omheen en antwoordde dat het erfdelen van de 8 kinderen van hem en zijn broer betrof. Koos zette uiteen dat de uitkeringen aan de kinderen op grond van artikel 4:126 van het Burgerlijk Wetboek in samenhang met artikel 4:7, eerste lid, en onder i, BW als schuld van de nalatenschap dienden te worden aangemerkt. Ter onderbouwing van zijn standpunt voerde hij aan dat het ereschulden van erflaatster aan de kinderen betreffen. Deze schulden zijn ontstaan doordat het gedrag van de kinderen hebben bijgedragen aan het levensgeluk van erflaatster. Koos stelde dat dit de wil van zijn zus was en dat hij dit wist, omdat hij jarenlang mentor was van zijn zus. Broer Peter had zich met deze handelswijze akkoord verklaard.

De redenering overtuigde de inspecteur niet. Hij stelde dat de uitkeringen aan de kinderen niet in mindering op de nalatenschap kunnen worden gebracht, omdat de kinderen geen wettige erfgenamen waren. Er was geen testament en de uitkeringen waren niet aan te merken als schenking door de erflaatster. Als je bent overleden kun je immers niet meer schenken. In feite zijn het Koos en Peter geweest die de schenkingen aan hun kinderen hebben gedaan. Gezien de hoogte van het bedrag en de toepasselijke vrijstelling vloeide hier gelukkig geen bloed uit.

Na overleg met zijn broer besloot Koos het er maar bij te laten zitten. Per saldo hadden ze aan het overlijden van hun zus toch een leuk bedrag overgehouden.

Wat is de moraal van dit verhaal? In situaties als deze zult u uw cliënt moeten adviseren een testament te maken. Iedereen kan €2.208 (bedrag 2020) vrij van erfbelasting erven. Als je al je 27 (achter)neven en (achter)nichten voor dit bedrag een legaat geeft, wordt er over €59.616 erfbelasting bespaard.

Complementary Content
${loading}