MFAS Actueel

Lucratief belang bij alleen gewone aandelen?

laatst gewijzigd: 22-01-2019 12:00

De winst op bepaalde aandelen, vorderingen of rechten, waarvan de voordelen mede een beloning voor de werkzaamheden beogen te zijn, wordt belast met IB in box 1 (ROW). Te denken valt aan managers die participeren in aandelen van hun werkgever. Het verkrijgen van die aandelen is belast als loon in natura. Van loon in natura is uiteraard geen sprake als de manager de werkelijke waarde van die aandelen betaalt. Het rendement op die aandelen valt als hoofdregel in box 3. Als sprake is van een aanmerkelijk belang valt dit rendement in box 2. Indien moet worden gesproken van een 'lucratief belang' is het rendement in box 1 belast als ROW. De lucratief belangregeling is bedoeld voor aandelen en andere vermogenstitels waarop een zeer hoog rendement kan worden behaald.

Er zijn vier categorieën vermogensrechten als potentieel lucratief belang aangewezen:

  1. gewone aandelen (indien deze minder dan 10% vormen van het geplaatste kapitaal en preferente aandelen meer dan 90% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen);
  2. preferente aandelen met een dividend van 15% of meer;
  3. winstdelende vorderingen;
  4. overige vermogensrechten.

De achtergrond van categorie 1 is dat de preferente aandelen zorgen voor hefboomwerking. Bij 95% preferente aandelen leidt een waardestijging van de onderneming met 10% globaal tot een waardestijging van de gewone aandelen met 200%.

Dezelfde hefboomwerking treedt op als de aandelen van de werkmaatschappij worden verworven door een holding, waarvan de aandelen door een of meer werknemers worden gehouden en de oude eigenaar die holding voor het overgrote deel financiert.

voorbeeld

De aandelen van werkmaatschappij X zijn gewaardeerd op €5 miljoen. Dit is de waarde in het economische verkeer. De aandelen worden gehouden door P holding bv. Twee managers van X richten Koopholding Y bv op met een geplaatst aandelenkapitaal van €250.000.  Koopholding Y koopt alle aandelen van X voor €5 miljoen. P holding bv verstrekt aan Koopholding Y een lening van €4.750.000 tegen een rente van 6%.

Deze situatie valt niet onder de letterlijke tekst van de lucratief belangbepalingen. Of men zou 'overige vermogensrechten' heel ruim moeten interpreteren. Het economische effect is hetzelfde als categorie 1. De hefboomwerking wordt niet veroorzaakt door preferente aandelen, maar door een lening. Naar verluidt stelt de Belastingdienst zich op het standpunt dat de casus onder het lucratief belang valt. Deze interpretatie strookt ons inziens met doel en strekking van de lucratief belangregeling.

Vanuit een oogpunt van planning zou men een mindere mate van hefboomwerking kunnen adviseren. Of men zou gebruik moeten maken van de escape van art. 3.95b(5) IB. Als het lucratief belang wordt gehouden door een bv waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang houdt en de bv de desbetreffende voordelen jaarlijks voor 95% of meer als dividend doorstoot, dan kan men er voor kiezen het voordeel onder de aanmerkelijk belang regeling te laten vallen. In plaats van heffing in box 1 treedt dan heffing in box 2 op, waarbij geen gebruik kan worden gemaakt van uitstel van de ab-claim.

Complementary Content
${loading}