Z7_99H0H382L8SK30AHD5QAMV1G61
MFAS Actueel

Online presentatie BV versus IB-onderneming

laatst gewijzigd: 13-12-2022 06:00

De presentatie is bedoeld voor adviseurs van veel verdienende/veel consumerende ondernemers/vrije beroepsbeoefenaren en is geïnspireerd op onderstaande V&A van de MFAS-nieuwsbrief van 27 oktober 2022:

Wij hebben als cliënten vrijwel uitsluitend medisch specialisten en tandartsen/orthodontisten. Momenteel speelt de discussie eenmanszaak versus bv. Allereerst vanwege de nieuwe tariefstructuur en het gebruikelijk loon. Zeker in de mondzorg zijn de salarissen van de meest vergelijkbare werknemers behoorlijk hoog en de afgelopen jaren ook nog eens fors gestegen. Alleen al hierdoor zullen de dga-salarissen omhoog moeten, met een nadelig effect op de fiscale druk van de bv. Dan is er nog de Wet Toelating Zorgaanbieders, die iedere zorgverlener verplicht om vanaf 1-1-2023 een openbare jaarverantwoording af te leggen. Bij vennootschappen en maatschappen omvat dit de volledige winst-en-verliesrekening, terwijl het bij eenmanszaken uitsluitend om enkele beperkte ratio’s gaat.

Om deze twee redenen overwegen wij veel cliënten een overstap naar de eenmanszaak te adviseren. De commerciële risico’s zijn voor deze klantengroep zeer klein en de medische aansprakelijkheid is er sowieso.

Bij goed verdienende tandartsen/orthodontisten, bij wie sprake is van een hoog gebruikelijk loon, is de eenmanszaak fiscaal altijd veruit de meest gunstige optie. Wij hebben in dit verband discussie over de disconteringsvoet van de box 2-claim. Ik heb bijgevoegd twee uitgewerkte financiële planningen van een fictieve casus. De één met een eenmanszaak, de ander met een bv. Ik ben uitgegaan van een periode 2022-2036 en heb het verschil in eindvermogen geanalyseerd. Dit verschil is verklaarbaar door een verschil in belastingdruk en een verschil in netto rendement. Per einde periode is in de bv meer liquiditeit beschikbaar maar is er wel een ab-claim. Dan is het enige verschil toch de belastingdruk en (de fiscale druk op) het rendement?
Ik ben benieuwd hoe jullie dit zien.

Antwoord MFAS

Wij complimenteren u met het gebruik van het financiële planningsmodel, dat een nauwkeuriger benadering geeft dan het rekenmodel 05-01 bv omdat meerdere jaren in ogenschouw worden genomen. De uitgestelde box 2-heffing –de ab-claim- komt daarin tot uitdrukking in de reële ontwikkeling van het vermogen in plaats van als een geschatte latentie. Bij het bv-scenario heb je gerekend met een salaris van €160.000 en jaarlijks dividend van €67.000. Wat ons opvalt is dat je uitgaat van privéuitgaven exclusief vaste lasten van slechts €80.000 bij een winst van €550.000. In de praktijk zal bij een dergelijk inkomen meestal sprake zijn van veel hogere uitgaven en zal dus met hogere dividenden moeten worden gerekend. Je bent uitgegaan van een rendement op het vermogen – zowel in privé als in de bv - van slechts 1%. Het voordeel van het uitstellen van de box 2-heffing is daardoor ook zeer beperkt. In het rekenmodel bv gaan wij standaard uit van discontering tegen 2%. Dit moet worden opgevat als een netto disconteringsvoet. Bij 1% rendement zou die netto disconteringsvoet uitkomen op zo’n 0,6% (bij een gecombineerd VPB/IB-tarief van 40%, waarbij nog niet is gerekend met de wijziging van het box 2-tarief in 2024). Dit uitgangspunt is van grote invloed op het voordeel of nadeel van de bv. In jouw berekening is er aan het einde van de actieve periode bij de bv een liquiditeit van circa €3,5 mln. Bij een dergelijk bedrag lijkt het ons niet logisch met zo’n laag rendement te rekenen. Bij een realistischer rendement van 2,4% (bruto 4%) geeft de bv in rekenmodel 05-01 een substantieel voordeel. Maar dat is nog zonder substantiële dividenden gerekend. Als je die inrekent dan wordt de bv weer nadelig. Alles hangt dus af van de uitgangspunten.

Wij hebben uw berekeningen in het financiële planningsmodel overgedaan met de volgende gewijzigde uitgangspunten:

  • uitgaven €200.000 i.p.v. €80.000;
  • rendement 4%, zowel in privé als in de bv;
  • dividend €200.000 i.p.v. €67.000.

Bij deze uitgangspunten komt de rechtsvorm bv er slechter uit dan de IB-onderneming. Het hoge VPB-tarief van 25,8% in combinatie met het box 2-tarief van 31% met ingang van 2024 lijken daarvan de belangrijkste oorzaken te zijn. Gecombineerd is dit tarief 48,8%; veel hoger dan het effectieve toptarief voor de IB-ondernemer van 44,33% (rekening houdend met de mkb-winstvrijstelling aftrekbaar tegen 36,93%).

Deze analyse ondersteunt jullie gedachte om naar de IB-onderneming te switchen.

Wilt u de presentatie terugkijken? Stuur dan een mail naar info@mfas.nl.

 

Complementary Content
${loading}