Z7_99H0H382L8SK30AHD5QAMV1G61
MFAS Actueel

Querulant eist schadevergoeding van €45.000 wegens belastingrente van €483

laatst gewijzigd: 17-03-2023 15:14

X heeft via zijn boekhouder uitstel voor indiening van de aangiften IB 2018 en 2019 gekregen. Bij het opleggen van de aanslagen is belastingrente in rekening gebracht: ter zake van de IB 2018 €252, de premie Zvw 2018 €73, de IB 2019 €139 en de Zvw 2019 €19. In totaal €483. X vindt dat geen belastingrente in rekening mag worden gebracht, omdat de rente te wijten zou zijn aan gebrekkige communicatie van de Belastingdienst. De inspecteur heeft de aanslagen 2018 en 2019 overeenkomstig de ingediende aangiften opgelegd. In hoger beroep is in geschil of terecht belastingrente in rekening is gebracht. De rechtbank vindt het niet onredelijk dat X belastingrente moet betalen aangezien hij zelf laat pas aangifte doet en niet om een (hogere) voorlopige aanslag heeft verzocht. De rechtbank toont zich van haar empathische kant: "Dat eiser alles heeft overgelaten aan zijn boekhouder en dat zijn boekhouder eiser waarschijnlijk niet goed heeft geïnformeerd valt zeker te betreuren voor eiser, omdat hij nu met voor hem fikse bedragen aan rente geconfronteerd wordt, maar dat maakt niet dat om die reden de rente moet komen te vervallen." Dat X ze niet allemaal op een rijtje heeft blijkt wel uit de door hem geëiste schadevergoeding van €45.000 "wegens de illegale handelingen en bedreigingen van de overheid." De belastingrente vloeit voort uit het wettelijk systeem. X wordt verondersteld daarmee op de hoogte te zijn en kan zich desgewenst daarin laten begeleiden door een belastingconsulent. Dat laatste heeft hij ook gedaan, zij het dat dit, na verleend uitstel voor het indienen van de aangifte IB 2018, niet heeft geleid tot het doen van een verzoek tot het opleggen van een voorlopige aanslag over het belastingjaar 2018. Het hof volgt de rechtbank zonder inhoudelijk verder op de zaak in te gaan, Hof Amsterdam 15 februari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:329.

Complementary Content
${loading}