Z7_99H0H382L8SK30AHD5QAMV1G61
MFAS Actueel

Test uw kennis van erfrecht en estate planning

laatst gewijzigd: 20-10-2021 19:51

  1. In testamenten kom je soms de zogenoemde Cautio Socini tegen. Wat is dat?
  2. A verkeert in staat van faillissement. A’s vermogende vader is onlangs overleden. Deze heeft hem onterfd. Kan de curator in het faillissement met succes een beroep doen op A’s legitieme portie?
  3. De nalatenschap van X is negatief als gevolg van een fout afgelopen speculatie op de goederentermijnmarkt. Enig kind van X besluit daarom de nalatenschap te verwerpen. X heeft in 2012 zijn woning aan het kind verkocht onder voorbehoud van huur. Tot en met 2016 heeft X huur betaald. Daarna is hij daarmee gestopt. Komt bij het kind een fictieve verkrijging ex art. 10 SW aan de orde?
  4. Wat is/was de Edelweissroute?
  5. Bij de zogenoemde ventieltechniek wordt de erfbelasting geoptimaliseerd door middel van het overeenkomen van een rente over de erfrechtelijke schuld van de echtgeno(o)t(e) aan de kinderen. Is een renteafspraak ook mogelijk als de erflater geen testament heeft gemaakt?
  6. Wat is Selbseintritt?
  7. Er vererft een eenmanszaak. De zakelijke goodwill bedraagt €200.000. Klopt het dat dit actief ook zonder de BOR onbelast is voor de erfbelasting?
  8. Vader en moeder zijn in 1995 gescheiden. Klopt het dat beiden in 2021 aan ieder van hun 4 kinderen €6.604 vrij van schenkbelasting kunnen schenken?
  9. A en B zijn in de oude algehele gemeenschap van goederen gehuwd. A overlijdt. Zijn nalatenschap bestaat uitsluitend uit de helft van de woning met een WOZ-waarde van €1 mln en een werkelijke waarde van €1,5 mln. De wettelijke verdeling is van toepassing. Voor de aangifte erfbelasting A wordt de erfrechtelijke schuld van B vastgesteld op basis van de WOZ-waarde en voor de toekomstige aangifte erfbelasting van B op basis van de werkelijke waarde. Is dat juist?
  10. A verklaart zich uit vrijgevigheid renteloos €100.000 schuldig aan zijn kind, opeisbaar over 10 jaar. Er moet een schenking worden aangegeven voor een bedrag van €55.839. Is dat juist?

 

 

 

Antwoorden

  1. Het betreft een bepaling die een straf behelst op verzet van een kind tegen het testament. De bepaling zou als volgt kunnen luiden:

    Indien één van mijn kinderen zich tegen enige bepaling van dit testament of tegen de uitvoering daarvan verzet, beperk ik het erfdeel van het kind uitdrukkelijk tot zijn wettelijk erfdeel (legitieme portie).

  2. De aanspraak op de legitieme valt in het faillissement. Dat betekent dat de curator die aanspraak geldend kan maken.
  3. Een fictieve verkrijging staat los van het zijn van erfgenaam of het al dan niet aanvaarden van de nalatenschap.
  4. In het verleden werd vermogen gestald in het buitenland, waarbij door de erflater aan de executeur was opgedragen pas twaalf jaar na zijn of haar overlijden (einde navorderingstermijn) de erfgenamen in kennis te stellen van dit vermogen (Edelweissroute). Ter bestrijding van deze route is per 1-1-2010 de aansprakelijkheid van de executeur voor de erfbelasting geïntroduceerd, art. 72 SW jo. art. 47 IW.
  5. Zie art.1(3) SW.

    “De verkrijging ten gevolge van de vaststelling van een rentevergoeding op grond van:
    a. een uiterste wilsbeschikking ten aanzien van vorderingen en schulden die zijn ontstaan krachtens erfrecht, of
    b. een overeenkomst als bedoeld in artikel 13, vierde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, wordt voor de toepassing van deze wet geacht alleen krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen indien deze binnen de met inachtneming van artikel 45 vastgestelde aangiftetermijn is vastgesteld of overeengekomen.”

    Als geen testament is gemaakt, verloopt de vererving via de wettelijke verdeling. Daarbij ontstaat de schuld aan de kinderen. De betrokkenen kunnen hiervoor een rente overeengekomen, wat civielrechtelijk een schenking van de langstlevende aan de kinderen is, maar fiscaal niet als schenking wordt behandeld. Deze afspraak moet overigens binnen de aangiftetermijn worden gemaakt, art. 1(4) SW.

  6. Dit ziet op de situatie dat je als gevolmachtigde zelf wederpartij kunt zijn van de volmachtgever. Een voorbeeld is dat een kind als gevolmachtigde van de ouder uit het vermogen van zijn ouder aan zichzelf schenkt.
  7. Vroeger was er een successievrijstelling voor goodwill in IB-ondernemingen. Nu niet meer. De stelling is dus onjuist.
  8. De samentelling voor het schenken door ouders blijft ondanks de echtscheiding van toepassing. Art. 33(5) SW.
  9. De erfrechtelijke schuld is een civielrechtelijke aangelegenheid. De civielrechtelijke erfrechtelijke schuld is fiscaalrechtelijk bepalend bij het overlijden van de langstlevende ouder.
  10. De waarde moet worden gesteld op de nominale waarde verminderd met die van het fictieve vruchtgebruik. Dit vruchtgebruik wordt berekend op basis van een samengestelde rente van 6%. Zie art. 10 Uitv.besl. SW. Voor de goede orde: dit is een onvoorwaardelijke schenking. Het tijdsverloop is geen opschortende voorwaarde, zoals bedoeld in art. 1(9) SW.

 

Complementary Content
${loading}