Z7_99H0H382L8SK30AHD5QAMV1G61
MFAS Actueel

V&A biedt oplossing voor onderdekking

laatst gewijzigd: 20-06-2017 12:06

Op 14 juni jl. zijn weer enkele nieuwe V&A’s verschenen van het CAP. V&A 17-030 is een interessante voor situaties met onderdekking. De praktijk ging er altijd vanuit dat afstempeling ex art. 19b(8) LB-tekst 2016 alleen maar kon op de pensioeningangsdatum. Voormelde V&A biedt een verruiming. De volgende route wordt goedgekeurd:

  1. Vervroeg de pensioeningangsdatum.
  2. Stempel het pensioen gedeeltelijk af wegens onderdekking op basis van het besluit van 18 maart 2013.
  3. Zet het pensioen om in een oudedagsverplichting of koop het pensioen af.

U zou het misschien niet denken, maar het vervroegen van de pensioeningangsdatum heeft tot gevolg dat de fiscale waarde van het pensioen toeneemt (zie hierna). De WEV blijft gelijk.

 

voorbeeld DGA (man 62 jaar) en partner (vrouw 59) jaar

OP €30.000 (ingangsdatum 67)

€267.000

PP €21.000

60.000

Fiscale waarde

327.000

Stel, de bezittingen van de BV bestaan uitsluitend uit €250.000 liquide middelen. De dekkingsgraad van de BV is hier 76,5%, zodat afstempeling op basis van het afstempelbesluit niet mogelijk is. Het besluit eist namelijk een dekking van 75% of minder dan 75%.

de DGA besluit het pensioen te vervroegen naar 62 jaar
OP 25.000 (ingangsdatum 62) €333.000
PP 21.000 75.000
Fiscale waarde 408.000

De uitkering OP is nu €5.000 lager, maar de fiscale waardering van het ouderdomspensioen is gestegen naar €333.000. Dit effect wordt veroorzaakt door het verschil tussen de marktrente en de fiscale rekenrente van 4%. Het verschil tussen ‘commercieel’ en ‘fiscaal’ wordt versneld ingehaald. Doordat het ouderdomspensioen 5 jaar wordt vervroegd, is er bovendien 5 jaar minder eliminatie van het vooroverlijdensrisico. Bij een gelijkblijvend partnerpensioen stijgt ook de fiscale waardering van het partnerpensioen.

De dekkingsgraad van de BV is nu gedaald tot 61,3% zodat afstempeling op basis van het besluit nu wel mogelijk is. De (fiscale waarde van de) pensioenverplichting kan worden afgewaardeerd tot €250.000. Vervolgens is afkoop (tegen €250.000) mogelijk of omzetting in een oudedagsverplichting. Bij een omzetting zou de DGA vanaf zijn AOW-leeftijd 20 jaar lang een uitkering ODV van €12.500 kunnen ontvangen. De pensioenpot is dan minder snel leeg, dan wanneer hij €30.000 (plus indexering) ouderdomspensioen zou hebben gehad vanaf 67 jaar.

V&A 17-030 oogt sympathiek, maar er is wel een valkuil. Indien er in de BV sprake is van meerdere oudedagsvoorzieningen (bijvoorbeeld pensioen en een stamrecht) in combinatie met onderdekking op basis van WEV, dan stelt het CAP zich op het standpunt dat het naar voren halen van de uitkeringen van één oudedagsvoorziening (bijvoorbeeld door vervroeging van het pensioen) de andere oudedagsvoorziening (bijvoorbeeld het loonstamrecht) uitholt. De andere oudedagsvoorziening wordt dan geacht te zijn afgekocht, met alle ongewenste gevolgen van dien. Het CAP baseert dit standpunt op het HR arrest van 21 december 2012 inzake de afkoop van het onbelaste deel van een saldolijfrente. In V&A 17-001 wordt de afkoop van het pensioen in een soortgelijke situatie dan weer wel toegestaan.

De volgende route lijkt nu ook mogelijk:

  1. Vervroeg de pensioeningangsdatum
  2. Stempel het pensioen niet af, want er is geen sprake van onderdekking op basis van het besluit
  3. Zet het pensioen om in een oudedagsverplichting

Deze route leidt tot een eenmalige fiscale aftrekpost vanwege de versnelde inhaal ‘commercieel’ ‘fiscaal’. Besef dat deze route niet handig is als het voornemen bestaat om het pensioen af te kopen. Het bedrag waarover geen korting wordt verleend stijgt namelijk door de vervroeging van de pensioeningangsdatum.

Zo blijven we met z’n lekker bezig met het uitfaseren van het PEB. Never a dull moment, maar dat hebben we al eerder opgemerkt.

Complementary Content
${loading}