Z7_99H0H382L8SK30AHD5QAMV1G61
De vraag of het kort voor overlijden aangaan van een breukdelengemeenschap 90%-10% effectief is ter besparing van erfbelasting, ligt bij de Hoge Raad. Hof Amsterdam (4 januari 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:96) had fraus legis toegepast, nadat Rechtbank Noord-Nederland er haar zegen over had uitgesproken. Wij hadden verwacht dat het hof de rechtbank zou volgen. Bernard Schols uitoefent in WFR 2022/29 stevige kritiek uit op de hofuitspraak. Hij is van mening dat de oude jurisprudentie over de onvoltooide vermogensovergang ook hier opgeld zou moeten doen ('boedelmeninging is geen gift'). Verder wijst hij op het OVB-arrest HR 14 april 1993, BNB 1993/201 (géén fraus legis!). Daar werd voorafgaande aan de echtscheiding een boedelmenging toegepast, gevolgd door verdeling (tweemaal onbelast). In HR 15 maart 2013, ECLI:NL:HR:BY0548 (geregistreerd partnerschap voor één dag), werd wel fraus legis toegepast met als argument dat het geregistreerd partnerschap uitsluitend was aangegaan om de OVB te vermijden. Met andere woorden, bij een bestaand(e) geregistreerd partnerschap of huwelijk zou boedelmenging niet tot fraus legis moeten leiden. We zullen moeten afwachten wat de Hoge Raad oordeelt.
Inmiddels heeft de redactie van deze nieuwsbrief over het arrest een weddenschap afgesloten. Burgerhart, Hoeve en Meijer verwachten dat de Hoge Raad het oordeel van het hof intact zal laten. Om het toch nog een weddenschap te laten zijn, voorspelt Ganzeveld dat de uitspraak wordt gecasseerd. Burgerhart en Hoeve verwachten overigens wel dat de Hoge Raad de gronden van het hof zal verbeteren, bijvoorbeeld door de belastbaarheid op te hangen aan art. 11(4) SW in plaats van aan art. 12 SW.