Forum

Vruchtgebruik niet gevestigd

Cliënte is dement en opgenomen in een verzorgingstehuis. Echtgenoot is al enige tijd overleden met naar nu blijkt een vruchtgebruik testament die nooit is gevestigd. De woning gaat nu worden verkocht. Naar mijn mening moet de verkoopopbrengst worden verdeeld tussen cliënte (50% + 1/3e deel erfdeel echtgenoot) en de zoon en dochter voor elk 1/3e deel, zijnde erfdeel vader.
In het testament was vastgelegd dat vruchtgebruik tot overlijden van toepassing zou zijn,. Nu het vruchtgebruik niet is gevestigd lijkt deze bepaling me niet van toepassing.
De notaris wil niet meewerken en heeft de bewindvoerder gevraagd de rechtbank om toestemming te vragen het kindsdeel uit te keren.
Naar mijn gevoel zijn de kinderen nu al van rechtswege rechthebbende en is de toestemming niet nodig. Iemand ervaring/ ideeën?
Gezien de ontwikkelingen in box III is uitbetaling sowieso gewenst nu dit als overige bezitting in box III thuishoort bij de kinderen.
Beantwoorden
  • doen alsof

    In dergelijke gevallen moet je doen alsof er een vruchtgebruik is. Je kunt het zien als een vruchtgebruik in economische zin. Als een vermogensbestanddeel waarop vruchtgebruik rust wordt verkocht, gaat er van rechtswege vruchtgebruik rusten op de geldsom (zaaksvervanging). Daarom kan er m.i. geen sprake zijn van uitbetaling van de kindsdelen.
    Beantwoorden
    • Box III overgangsrecht

      Oef, dat wordt dan een bloedbad in box III de komende jaren.
      Beantwoorden
      • IB 5.4.3.a

        Is artikel IB 5.4.3.a voor de kinderen niet van toepassing?
        Beantwoorden
        • Vruchtgebruik niet gevestigd

          Art 5.4 is alleen van toepassing als het vruchtgebruik binnen 2 jaar wordt gevestigd.
          Nu dit niet het geval is, is de defiscalisering niet van toepassing.

          De vraag is daarmee ook meteen of de vordering / het bloot eigendom daarmee niet ook als opeisbaar wordt gekwalificeerd. Dat zou ik wel verwachten.

          Cliënt gaat het verzoek indienen bij de rechtbank, rekening houdend met art 4:29 en 4:30 BW. Naar mijn mening zou op basis van die bepalingen de nalatenschap verdeeld moeten worden.
          Beantwoorden
Complementary Content
${loading}