Overgangsrecht eigen woningleningen
- Wim van Gessel
- 28-09-2022 13:45
Via een relatie liep ik tegen het volgende aan.
Een belastingplichtige heeft eind 2012 een aflossingsvrije eigenwoninglening die uit 2 delen bestaat van elk € 100.000,00.
Dat is dus in het totaal € 200.000,00 aflossingsvrij.
Vanwege het overgangsrecht blijft de betaalde rente aftrekbaar in de volgende jaren.
In 2017 wordt deze eigenwoninglening gewijzigd in dier voege dat er nog € 50.000,00 aflossingsvrij blijft en het restant, € 150.000.00 in een annuitaire eigen woning lening wordt omgezet.
In 2022 gaat de belastingplichtige verbouwen voor € 60.000,00 en gaat hiervoor een nieuwe eigen woning lening aan die annuitair is.
Men loopt echter tegen de totale last van de eigen woning lening aan, die na die alles maandelijks moet worden opgehoest.
In verband hiermee besluit de hypotheekadviseur om de samenstelling van de oude hypotheek, thans nog € 180.000,00, wederom te wijzigen en wel een verhoging van het aflossingsvrije deel naar € 100.000,00 en het restant, € 80.000,00, annuitair.
Zijn argument is dat in het overgangsrecht is bepaald dat als een onder het overgangsrecht vallende eigen woning lening wordt vervangen door een nieuwe lening dat deze nieuwe lening ook weer onder het overgangsrecht valt.
Dat zou dan in zijn visie zowel voor de 'heenweg' als voor de 'terugweg' moeten gelden, waardoor de onder het overgangsrecht vallende eigen woning lening eigenlijk een soort liquiditeitsbuffer is waarin naar believen kan worden gemixt tussen annuitair en aflossingsvrij naar gelang de behoefte er is om de druk van de hypotheek te verlagen of te verhogen.
Dit alles zonder de rente aftrek in box 1 te verliezen.
Ik had heel even twijfels, maar kan eerlijk gezegd geen argumenten vinden die dit weerspreken.
Een belastingplichtige heeft eind 2012 een aflossingsvrije eigenwoninglening die uit 2 delen bestaat van elk € 100.000,00.
Dat is dus in het totaal € 200.000,00 aflossingsvrij.
Vanwege het overgangsrecht blijft de betaalde rente aftrekbaar in de volgende jaren.
In 2017 wordt deze eigenwoninglening gewijzigd in dier voege dat er nog € 50.000,00 aflossingsvrij blijft en het restant, € 150.000.00 in een annuitaire eigen woning lening wordt omgezet.
In 2022 gaat de belastingplichtige verbouwen voor € 60.000,00 en gaat hiervoor een nieuwe eigen woning lening aan die annuitair is.
Men loopt echter tegen de totale last van de eigen woning lening aan, die na die alles maandelijks moet worden opgehoest.
In verband hiermee besluit de hypotheekadviseur om de samenstelling van de oude hypotheek, thans nog € 180.000,00, wederom te wijzigen en wel een verhoging van het aflossingsvrije deel naar € 100.000,00 en het restant, € 80.000,00, annuitair.
Zijn argument is dat in het overgangsrecht is bepaald dat als een onder het overgangsrecht vallende eigen woning lening wordt vervangen door een nieuwe lening dat deze nieuwe lening ook weer onder het overgangsrecht valt.
Dat zou dan in zijn visie zowel voor de 'heenweg' als voor de 'terugweg' moeten gelden, waardoor de onder het overgangsrecht vallende eigen woning lening eigenlijk een soort liquiditeitsbuffer is waarin naar believen kan worden gemixt tussen annuitair en aflossingsvrij naar gelang de behoefte er is om de druk van de hypotheek te verlagen of te verhogen.
Dit alles zonder de rente aftrek in box 1 te verliezen.
Ik had heel even twijfels, maar kan eerlijk gezegd geen argumenten vinden die dit weerspreken.