Vruchtgebruik niet gevestigd
Art 5.4 is alleen van toepassing als het vruchtgebruik binnen 2 jaar wordt gevestigd.
Nu dit niet het geval is, is de defiscalisering niet van toepassing.
De vraag is daarmee ook meteen of de vordering / het bloot eigendom daarmee niet ook als opeisbaar wordt gekwalificeerd. Dat zou ik wel verwachten.
Cliënt gaat het verzoek indienen bij de rechtbank, rekening houdend met art 4:29 en 4:30 BW. Naar mijn mening zou op basis van die bepalingen de nalatenschap verdeeld moeten worden.