Ambtshalve vermindering ib na verstrijken vijf jaar termijn
- RB
- 07-04-2024 00:24
Onder referte naar art. 45aa Uitvoeringsregeling ib 2001 ( Bijzondere regels voor ambtshalve verminderingen) het volgende. BD heeft ambtshalve een forse aanslag ib/ph 2018 opgelegd wegens niet doen van aangifte. Betrokkene heef die jaren laten liggen zonder actie ondernemen. Hij is over 2018 helemaal geen in/ph verschuldigd in NL omdat hij in BE werkt en verzekerd is. Is onder deze omstandigheden ambtshalve vermindering te verwachten ondanks verstrijken vijf jaar termijn?
Op basis van bekende info bij de BD is sprake van een onredelijk hoge schatting bij de ambtshalve aanslag. De wet schrijft voor dat een ambtshalve aanslag moet berusten op een ‘redelijke schatting’. Opzettelijk een hogere aanslag opleggen voldoet niet aan die eis. Met voldoende bewijs kan een belastingplichtige ertegen in bezwaar en beroep opkomen. Ligt hier anders nog een mogelijkheid als de ambtshalve vermindering stuit op de termijn van vijf jaar?
Op basis van bekende info bij de BD is sprake van een onredelijk hoge schatting bij de ambtshalve aanslag. De wet schrijft voor dat een ambtshalve aanslag moet berusten op een ‘redelijke schatting’. Opzettelijk een hogere aanslag opleggen voldoet niet aan die eis. Met voldoende bewijs kan een belastingplichtige ertegen in bezwaar en beroep opkomen. Ligt hier anders nog een mogelijkheid als de ambtshalve vermindering stuit op de termijn van vijf jaar?