Z7_99H0H382LO7R60AH5J4SND2482
Bij een tweetrapsmaking bepaalt de insteller dat een vermogensbestanddeel in eerste instantie naar A (bezwaarde) gaat en bij A's overlijden naar B (verwachter). Het behelst een making onder ontbindende voorwaarde aan A en een making onder opschortende voorwaarde aan B. De ontbindende/opschortende voorwaarde is A's overlijden en het in leven zijn van B. B verkrijgt civielrechtelijk van de erflater/insteller. Hetzelfde principe kan worden toegepast bij een schenking (tweetrapsschenking). Ook voor
Heeft u nog geen account op MFAS? Dan dient u zich eerst te abonneren om deze pagina volledig te kunnen zien.
AbonnerenHeeft u al een account op MFAS? Dan dient u eerst in te loggen om deze pagina volledig te kunnen zien.
Inloggen