Z7_99H0H382LO7R60AH5J4SND2482
Bij voeging worden onderlinge vorderingen en schulden op bedrijfswaarde gewaardeerd of, indien lager, de nominale waarde, art. 15ab(6) VPB. Dit geldt zowel voor de schuldeiser als voor de schuldenaar. Een hogere bedrijfswaarde dan nominale waarde is denkbaar bij een vordering tegen vaste rente die hoger is dan de actuele marktrente.
Voorbeeld
M heeft een vordering van nominaal €200.000 op D. Deze vordering is afgewaardeerd tot €50.000. Bij voeging van M en D moet de dochter €150.000 winst nemen door
Heeft u nog geen account op MFAS? Dan dient u zich eerst te abonneren om deze pagina volledig te kunnen zien.
AbonnerenHeeft u al een account op MFAS? Dan dient u eerst in te loggen om deze pagina volledig te kunnen zien.
Inloggen