Z7_99H0H382LO7R60AH5J4SND2482
Van een lijfrente is alleen sprake bij een sterftekans gedurende de looptijd van de overeenkomst van minimaal 1%. Voor nabestaandenlijfrenten die eindigen uiterlijk op het tijdstip waarop de gerechtigde de leeftijd van 30 jaar bereikt en overbruggingslijfrenten kan toetsing aan de sterftekans achterwege blijven, art. 3.125(3) IB. Deze problematiek speelt feitelijk alleen voor tijdelijke lijfrenten. De 1%-eis geldt ook voor lijfrenten die onder het oude regime vallen.
De onzekerheidseis (1% ste
Heeft u nog geen account op MFAS? Dan dient u zich eerst te abonneren om deze pagina volledig te kunnen zien.
AbonnerenHeeft u al een account op MFAS? Dan dient u eerst in te loggen om deze pagina volledig te kunnen zien.
Inloggen