Z7_99H0H382LO7R60AH5J4SND2482
Wanneer het onderzoek van de fiscus de strafrechtelijke fase is ingegaan, komt het zwijgrecht aan de orde. Een verdachte heeft het recht om te zwijgen, art. 29(2) Sv ofwel het recht om zichzelf niet te hoeven incrimineren (nemo-teneturbeginsel). Dit geldt zowel in het kader van het politie- en/of FIOD-onderzoek als tijdens de zitting. Gebruikmaking van het zwijgrecht kan met name nuttig zijn als de beschuldiging onvoldoende is geconcretiseerd.
Het zwijgrecht geldt alleen voor de boeteoplegging
Heeft u nog geen account op MFAS? Dan dient u zich eerst te abonneren om deze pagina volledig te kunnen zien.
AbonnerenHeeft u al een account op MFAS? Dan dient u eerst in te loggen om deze pagina volledig te kunnen zien.
Inloggen