Z7_99H0H382LO7R60AH5J4SND2482
BAP Render Portlet
 

03-04a Voorbeeld financiële planning dga

laatst gewijzigd: 28-06-2023

Download het excelmodel via de pijl links.
De voorbeeldplanning is gemaakt met de versie 2023.

Klik hier voor het rapport in pfd.

Financiële planning dga Johanna van Straten van modellenbureau Goodlook

Inflatie

We rekenen met een inflatie van 2%. Dit komt overeen met de lange termijn-doelstelling van de ECB. Alle toekomstige bedragen worden gecorrigeerd voor deze inflatie, zodat ze de koopkracht van nu representeren. Als het rekenmodel over 10 jaar een vermogen van €500.000 laat zien, is dat nominaal een vermogen van €609.497. Deze methodiek brengt onder andere met zich mee dat niet-geïndexeerde lijfrenteuitkeringen elk jaar 2% lager worden en dat een aflossingsvrije hypotheek jaarlijks met 2% daalt. Van sommige posten, zoals het salaris en de AOW-uitkering, wordt verondersteld dat ze worden geïndexeerd, zodat ze als gelijkblijvende bedragen worden getoond. Een van de voordelen van deze wijze van verwerking van inflatie is dat indexering van de uitgaven achterwege kan blijven.

Inflatie maakt de planning ontegenzeggelijk minder overzichtelijk. Maar gezien de lange termijn waarover wordt gepland, is het effect van inflatie eenvoudigweg te groot om te verwaarlozen. Bij een inflatie van 2% is alles over 20 jaar zo'n 50% duurder geworden. De cliënt die denkt dat zijn oude dag goed is geregeld, kan daardoor bedrogen uitkomen als u inflatie niet heeft ingerekend.

Casus

Johanna van Straten (2-12-1972) is dga van modellenbureau Goodlook, waarvan de aandelen worden gehouden door haar holding Van Straten Beheer bv. Zij is in dienst van laatstgenoemde bv, waar zij een salaris verdient van €75.000. De managementfee bedraagt €130.000. Johanna heeft bij vroegere werkgevers €4.875 pensioen opgebouwd (ingang 67 jaar).

Johanna is op huwelijkse voorwaarden gehuwd met Bert de Wilde (18-1-1970). Het huwelijk heeft geen kinderen voortgebracht. Bert werkt in loondienst en heeft een salaris van €110.000, zijn op te bouwen pensioen bedraagt €45.000 (68 jaar), reeds opgebouwd is €26.000.

Ga voor de pensioenen uit van 100% indexatie.

De woning

De in 2010 gekochte woning heeft een vrije verkoopwaarde van €950.000. De woning is gefinancierd met een SEW-hypotheek van €380.000, rente 4%, vast tot 2030. Van de €380.000 is er voor €150.000 renteaftrek tot en met 2030 en voor €230.000 tot en met 2040.

Opgebouwde waarde SEW €38.420, jaarlijkse inleg €3.200, looptijd tot en met 2040.

De verbouwing in 2010/2011 is gefinancierd met een lening van de bv van €250.000, rente 5%, vast tot 2040, aflossing in 2040.

Naar verwachting wordt de woning in 2047 verkocht en gaat het stel verhuizen naar een appartement met een huur van €2.000 per maand.

Box 3

Het box 3-vermogen luidt als volgt:

  • spaargeld €40.000, 2% (gelijkgesteld aan inflatie);
  • lening  u/g familielid €60.000, 3%, looptijd tot 2027, lineair af te lossen;
  • effecten €400.000, 5% bij te schrijven rendement;
  • participatie in een aan derden verhuurd kantoorpand Wezenstraat 15A van €480.000, 2% waardestijging en 3,5% jaarlijkse opbrengst (invullen bij vaste renderende privébezittingen). Deze belegging wordt in 2040 verkocht;
  • aandeel in hypotheekschuld op dit pand €350.000, 2% rente, af te lossen in 10 resterende termijnen (invullen via knop Schuld box 3).

Als er meer wordt geconsumeerd dan het inkomen, wordt het tekort afgehaald van de vrije renderende privébezittingen. Dit vermogen wast standaard aan op basis van het gewogen gemiddelde rendement van het startjaar. Zo worden de aflossingen op de aan het familielid verstrekte lening herbelegd tegen dit rendement. Wilt u hiervan afwijken, dan drukt u op de knop Overboeken (rechtsonder tab 1). Via deze macro kunt u bijvoorbeeld afregelen dat eerst het spaargeld wordt opgesoupeerd en daarna pas de effecten. Er wordt van uitgegaan dat op de vrije renderende privébezittingen eenvoudig kan worden ingeteerd. Met het oog daarop wordt onderscheid gemaakt tussen vaste renderende privébezittingen (geen intering mogelijk) en vrije renderende privébezittingen (wel intering mogelijk).

We veronderstellen dat de lening u/g wordt herbelegd tegen hetzelfde rendement.

De bv

Invullen via de knop Besloten vennootschap. Het box 2-bezit moet geconsolideerd worden ingevuld. Het model sluit bewust niet aan bij de gebruikelijke indeling van de jaarrekening. Financiële planning dient een ander doel. Er wordt een beperkt aantal posten onderscheiden en gevolgd. Operationele activa (lees: de werkmaatschappij) worden als één post gepresenteerd (regel 21). Zo ook het resultaat daarvan (regel 95). Het box 2-vermogen wordt in het 40-jaarsoverzicht getoond onder aftrek van de box 2-claim.

De gegevens voor de bv luiden als volgt:  
Liquiditeit €155.000, 2%

Een negatieve rente gedurende 40 jaar is onlogisch, daarom niet de huidige extreem lage rente invullen.
Alle netto winsten worden standaard overgeboekt naar liquiditeit. Via de overboekregels (73 t/m 76) kunt u bijvoorbeeld de post r/c van de dga laten toenemen ten laste van de liquiditeit.

Box 3-vordering dga €811.000, 1,5% bij te schrijven rente, deze wordt in 2023 via een extra netto dividend teruggebracht tot circa €400.000

Het bijschrijven van de rente op de r/c dan wel het jaarlijks betalen daarvan van de dga kan worden afgeregeld in regels 167 e.v.

Boek in 2023 een (extra) netto dividend ten laste van de box 3-vordering op de dga en een contant dividend t.l.v. liquiditeit ter grootte van 26,9%/(100%-26,9%) van voormeld netto dividend.

Verstrekte lening voor eigen woning dga €250.000, 5%  
Intrinsieke waarde deelneming/werkmaatschappij €475.000 

regel 21, tekst Overige activa vervangen door Deelneming.

Teneinde de deelneming/werkmaatschappij waardevast te houden, wordt er jaarlijks via de overboekregels (73 t/m 76) 2% van de waarde van de deelneming/werkmaatschappij van liquiditeit naar deelneming geboekt.

ODV €304.150

regel 31

Het pensioen in eigen beheer en de ODV kunnen worden afgeregeld in regels 154 e.v.

Gestort kapitaal €165.000  
Operationele winst €315.000 tot en met 2039, daarna -/- €10.000 regel 95. Dit laatste bedrag ziet op de instandhoudingskosten van de bv.
In 2039 wordt de deelneming verkocht tegen de intrinsieke waarde Via de overboekregels (73 t/m 76) wordt het bedrag van de deelneming/werkmaatschappij naar liquiditeit geboekt.
Jaarlijks dividend €100.000. regel 116.
Om te voorkomen dat de vrij renderende privébezittingen negatief worden, is in 2039 een extra dividend van €100.000 + €400.000 = €500.000 geboekt.

Besef dat de managementfee verdwijnt in de consolidatie. Het eventuele voordeel van het tariefopstapje VPB wordt verwaarloosd. Als wordt verwacht dat bij de verkoop van de deelneming goodwill wordt gerealiseerd, moet in de overboekregels (73 t/m 76) een extra bedrag naar liquiditeiten worden geboekt.

Uitgaven

Johanna en Bert geven na vaste lasten €190.000 per jaar uit. Invullen op tab Uitgaven, regel 111. In 2042 wordt dit verlaagd tot €120.000. Vanwege een inkomenstekort wordt er jaarlijks aan de vrij renderende privébezittingen onttrokken. De vrij renderende privébezittingen worden een aantal jaren licht negatief. Dat hebben we zo gelaten.

Uit de grafiek blijkt dat de geaspireerde uitgaven realistisch zijn. De grafiek laat het vermogen zien totdat Johanna 87 is. Als we de grafiek van het totale vermogen (de blauwe lijn) in gedachten doortrekken, zal deze op het 100ste verjaardag nog steeds positief zijn.

Om deze pagina volledig te kunnen zien dient u een account te hebben op MFAS.

Ik ben nieuw

Heeft u nog geen account op MFAS? Dan dient u zich eerst te abonneren om deze pagina volledig te kunnen zien.

Abonneren

Ik heb al een account

Heeft u al een account op MFAS? Dan dient u eerst in te loggen om deze pagina volledig te kunnen zien.

Inloggen
Complementary Content
${loading}